top of page
Zoeken

Waarom slapen bij jonge kinderen vaak zo’n uitdaging is voor zorgverleners

Als zorgverlener hoor je het vaak: ouders die worstelen met het slaapritme van hun peuter of kleuter. Omdat slaapgewoontes zo verweven zijn met gezin, ontwikkeling en emotie, lopen veel collega’s tegen dezelfde obstakels aan. Hieronder lees je welke én wat onderzoek daarover zegt.


ree

1. Elk kind is anders, dus: geen standaardoplossing

Veel ouders verwachten dat jij dé oplossing of het ideale “slaapschema” hebt. Maar in de praktijk blijkt: slaap hangt sterk af van temperament, ontwikkelingsfase, hechting, gezondheid én gezinscontext. Bijvoorbeeld: een meta-analyse van 45 bevolkingsstudies toonde aan dat niet‐medicamenteuze interventies (slaaptraining) bij gezonde kinderen gemiddeld slechts ~10 minuten extra slaap per nacht opleverden. Dit onderstreept dat zelfs wetenschappelijk bewezen inspanningen relatief beperkte effecten hebben, wat dus de complexiteit aangeeft.


2. Verwachtingen van ouders zijn vaak vager, meer onrealistisch of tegenstrijdiger dan gedacht

Ouders vragen vaak: “Hoe moet het slapen van mijn kind nu verlopen?” Maar wat ze eigenlijk bedoelen: “Kan mijn kind slapen zoals ik hoop/dat ik verwacht.” Uit onderzoek blijkt dat ouderlijke verwachtingen van het slaap–waakpatroon significant samenhangen met slaapkwaliteit van het kind. Zo vonden Werner et al. (2012) dat moeders met “onrealistische verwachtingen” over bed‐tijd/dagschema’s vaker kinderen hadden met moeilijk inslapen of kinderen hadden die te veel langer in bed liggen dan ze daadwerkelijke slapen omdat er zoveel focus ligt op het slapen in bed. Voor jou als zorgverlener betekent dit: het is vaak net zo belangrijk om de verwachtingen van de ouder te bespreken als de slaapgewoonte of slaapproblemen zelf.


3. Emotionele lading: schuldgevoel, vermoeidheid, en “perfecte ouder” druk

Slaapproblemen raken niet alleen het kind, maar het hele gezin. Uit kwalitatief onderzoek blijkt dat ouders het ervaren als een falen of tekortschieten: “Als mijn kind niet slaapt, doe ik iets fout. Dit zorgt voor extra spanning rond het slapen gaan, wat net een negatief effect heeft op het slaapgedrag van het kind. Ook kan dit de relatie tussen ouders en kind onder spanning zetten.

4. Veel (tegenstrijdige) informatiebronnen → verwarring

Tegenwoordig hebben ouders TikTok-tips, slaapcoaches, online fora, grootouders raad… Zolang jij begrijpt dat zij niet alleen op jouw consult vertrouwen, kun je helpen overzicht te brengen. Uit een review over ouderlijke cognities blijkt dat de overtuigingen van ouders een belangrijke rol spelen in het ontstaan of voortduren van slaapproblemen bij kinderen. Jouw taak wordt dan ook: niet alleen kennis overdragen, maar ook mythes ontstijgen en de ouder helpen reflecteren op wat werkt in hun gezinssituatie.



5. Te weinig tijd om diep in te gaan

In een consult van 10 à 15 minuten lukt het vaak niet om:

  • routines volledig in kaart te brengen

  • belanghebbenden (ouder, kind, eventuele co-ouder) te betrekken

  • emoties, overtuigingen en concrete gewoontes uit te spitten.

Dat betekent dat je soms te snel terugvalt op standaardadvies (“bedtijd om 19u”, “geen schermen”) zonder maatwerk. Wanneer je dit erkent, kun je een strategie voorstellen voor follow-up of extra ondersteuning.


6. Balans tussen geruststellen en eerlijk zijn

Je wilt niet de angst vergroten, maar je wilt ook niet minimaliseren wat het kind of de ouder ervaart. Onderzoek toont aan dat consistente bedtijden (niet strakke routines of bedtijden) en routines samengaan met betere emotie‐ en gedragsregulatie bij jonge kinderen. Je kunt dus ouders geruststellen dat sommige slaapproblemen eigen zijn aan de ontwikkeling en tegelijk kan je ook tips, advies en tools aanreiken om ouders tocht te ondersteunen om hun kind te begeleiden in deze gevoelige momenten. Ook kan het soms nodig zijn om ouders te vertellen dat het "op dit moment" niet nuttig is om aan de slaap te werken maar dat zodra de ontwikkeling het toelaat, er zeker stappen zijn die ouders kunnen nemen om hun kind zo goed mogelijk te helpen naar meer rust en slaap. Zo werk je vanuit steun én professionele sturing.


7. Slaap staat niet op zichzelf, maar is verweven met andere factoren

Slaap bij jonge kinderen wordt beïnvloed door van alles:

  • voeding (vaste voeding/nachtvoedingen/borstvoeding/voedingsproblemen/...)

  • hechting (angst om alleen te slapen, weinig verbindende momenten, nood aan aanwezigheid van de ouder,...)

  • medische factoren (reflux, allergie, ontwikkelingsproblemen, motorische problemen, autisme, ADHD, hypersensitiviteit,...)

  • ontwikkeling (motorische, emotionele, sociale,... ontwikkeling, scheidingsangst, vreemden angst,...)

  • gezinsgewoonten (schermtijd, ouderlijk ritme, regulatie van de ouder, ouderschapsvormen,...)

Zo vond een studie bij kleuters met ontwikkelingsvertraging een duidelijke relatie tussen slaapproblemen en spraak, cognitie of sociaal‐emotioneel functioneren. Voor jou betekent dit dat je slaapvragen nooit puur ‘slaap’ behandel, maar altijd in bredere context ziet.



Praktische implicaties voor jouw werk

  • Begin met luisteren en normaliseren: “Veel ouders ervaren dit. U staat hier niet alleen in.”

  • Bespreek verwachtingen: “Wat denkt u dat hij zou moeten kunnen? Hoe is jullie huidige avond-ritueel?”

  • Vraag door naar routines, omgeving, dagelijkse gewoonten: bedtijd, schermen, voeding, nachtvoedingen, samen slapen, etc.

  • Erken emotie: vermoeidheid, onzekerheid, schuldgevoel. Dit opent ruimte voor samenwerking.

  • Geef helder, gericht advies (bv. consistente bedtijd, rustige overgang, schermloos moment, verduistering, verbindende momenten,...) én bespreek haalbare kleine stappen.

  • Hanteer de wetenschap: bijvoorbeeld, hulpmiddelen verhogen slaapduur gemiddeld slechts met enkele minuten (ze kunnen dus helpen maar zijn geen wondermiddelen), ouderlijke aanwezigheid en ondersteuning zijn key bij rustige slaapp. Dus help ouder realistisch te blijven.

  • Plan indien mogelijk follow-up: slaap is meestal geen “eenmalig gesprek”, maar vraagt opvolging.

  • Verwijs (indien nodig) door bij vermoeden van medisch probleem, ontwikkelingsachterstand of ernstig slaapstoornis.


Wil je leren hoe je al deze situaties professioneel kan aanpakken?

Al deze thema’s, zoals slaaproutines bij jonge kinderen, oudercoaching, grenzen stellen, omgaan met emoties van ouders, evidence-based slaap, communicatie én het herkennen van medische signalen – worden stap voor stap aangeleerd in mijn online opleiding tot Baby- & kinderslaapcoach.


In deze opleiding bij The Sleep Code® Academy leer je onder andere:

✔ Hoe je slaap van baby’s, peuters en kleuters begrijpt op basis van biologie, ontwikkeling en hechting

✔ Hoe je ouders begeleidt zonder te oordelen, mét empathie én duidelijke adviezen

✔ Hoe je moeilijke gesprekken voert rond slaap, uitputting, schuldgevoel of ouderschapsverschillen

✔ Hoe je een praktijk als gecertificeerd slaapcoach opstart of integreert in je huidige job


ree

Interessante literatuur om verder te verkennen

  • Werner et al. (2012) — Do parental expectations play a role in children’s sleep and mothers’ distress? PMC

  • Jarrin et al. (2020) — Parental expectations are associated with children’s sleep duration and sleep hygiene habits. PubMed

  • Systematische review: Influence of sleep on developing brain functions and structures in children PubMed

  • Systematische review: Nonpharmacological interventions to lengthen sleep duration in healthy children JAMA Network+1

  • Bird et al. (2023) — Parental perspectives of sleep in the home. CDC

 
 
 

Opmerkingen


bottom of page